Plast je hond normaal?

Vragen en antwoorden van de hondenuroloog

Wat is normaal plasgedrag en waar wordt dat door beïnvloed? Sommige honden plassen één maal tijdens de wandeling terwijl een ander bij iedere grasspriet een plasje doet. Een oplettende eigenaar zal in veel gevallen verandering in het plaspatroon opmerken. In sommige gevallen verandert dit geleidelijk terwijl het ook in één keer mis kan gaan. Zo kan een blaassteentje een verstopping van de plasbuis veroorzaken waardoor de hond opeens niet meer kan plassen. De kleine veranderingen in het plasgedrag die hieraan vooraf gaan, worden soms niet opgemerkt. Wanneer is het plasgedrag afwijkend en wanneer is het verstandig naar een dierenarts te gaan?

Wanneer is plasgedrag afwijkend?

Een reu plast over het algemeen meer frequent dan een teef om zijn ge­bied te markeren. Ook na castratie blij­ven ze dit vaak doen. Teven plassen minder vaak maar gecastreerde teven gaan vaak ook markeergedrag verto­nen. Dit is normaal. Soms tillen ze hierbij zelfs één poot iets op, net als een reu. Wanneer een hond vaker gaat plassen dan voorheen, en er langer voor zit of staat, is dit afwijkend. De prikkel om te plassen kan verhoogd zijn door bijvoorbeeld een blaasontste­king of blaasstenen. In dat geval zal de hond vaak eerst een redelijke plas doen om daarna op een leeg blaasje herhaaldelijk te persen. Wanneer het plassen bemoeilijkt wordt door een gedeeltelijke verstopping van de plasbuis zal de hond ook vaker proberen te plassen maar zal de urinestraal de gehele wandeling dunner of druppelsgewijs zijn. Deze veranderin­gen kunnen subtiel zijn en daarom bij twijfel reden om naar de dierenarts te gaan. Let dus goed op hoe vaak je hond plast en hoe de straal is.

Plast je hond vaak of veel?

Voor de dierenarts is het belangrijk te weten of een hond vaak of veel plast. In het eerste geval zal de hond fre­quent kleine plasjes doen en soms lang zitten terwijl er niets meer komt. Wan­neer het om veel plassen gaat zal op­vallen dat een hond langer en meer plast. In dat geval kan het zijn dat er niets met de blaas aan de hand is maar dat je trouwe viervoeter meer is gaan drinken. Hier kan de dierenarts duide­lijkheid in brengen. De hoeveelheid drinkwater kan worden gemeten maar zekerheid geeft de concentratie van de urine. Het komt regelmatig voor dat er wordt gedacht dat een hond veel drinkt terwijl dit niet het geval blijkt te zijn, of andersom.

‘Sommige honden plassen één maal tijdens de wandeling terwijl een ander bij iedere grasspriet een plasje doet’

Ieder meting is een momentopname. De meting van de concentratie van de ochtendurine kan prima zijn terwijl deze in de middag heel anders is. Veel omstandigheden spelen hierbij een rol. Wanneer een hond zwemt, slobbert hij vaak ook water naar binnen. Honden drinken graag buiten uit bakken en plassen. Onopge­merkt kunnen dat grote hoeveelheden zijn waardoor de hond in de loop van de dag veel meer gaat plassen. Wan­neer hij dan niet op tijd wordt uitgela­ten kan hij bijvoorbeeld een grote plas in huis doen. Meerdere metingen op een dag zijn dus zinvol. Meten is we­ten!

Is het normaal als een pup wat urine lekt?

hoe-vaak-plast-je-hondHet antwoord is nee. Wanneer een puppy nog niet zindelijk is, kan het nog in huis plassen maar het lekken van urine is nooit normaal. Omdat de pup vaak nog niet helemaal zindelijk is, valt het lekken van urine ( urine in­continentie) niet altijd direct op. Bij veel honden is het verlies minimaal, maar bij een aantal kan het de hele dag door ‘lopen’. De mand kan ’s morgens nat zijn, er kunnen druppeltjes door het huis liggen en het hondje kan zelf nat zijn. Een hond plast normaal niet in zijn mand, ook een pup niet. Is zijn of haar mand nat, dan heeft het hondje meestal in de mand liggen lekken. Los van het lekken van urine kan een pup minder controle over het plassen hebben. Ze kunnen plots staan plassen (bijvoorbeeld tij­dens het spelen) of kort na het uitlaten weer een plas doen. Straffen moet je een puppie niet omdat het er niets aan kan doen. Vaak gaat het bij jonge dieren om een aangeboren pro­bleem dat in veel gevallen gelukkig goed te behandelen is.

Een normaal plaspatroon en toch bloed in de urine, kan dat?

Ja, dat kan. De urinewegen bestaan uit de nieren, de urineleiders van de nieren naar de blaas en de plasbuis. Reuen hebben daarbij een prostaat die rond de plas­buis ligt. Bloed in de urine kan zowel uit (één van) de nieren maar ook uit de blaas, plasbuis of prostaat
afkomstig zijn. Problemen uitgaande van de blaas of plasbuis (lage urinewe­gen) prikkelen vaak tot meer frequent plassen. Bij een nierprobleem (hoge urinewegen) is dat zelden het geval. Het is dus belangrijk niet alleen op het plasgedrag van de hond te letten maar ook naar de kleur van de urine te kij­ken.

‘In een aantal gevallen zal je dierenarts je willen verwijzen voor meer specialistisch onderzoek en/of behandeling’ 

pup-met-urine-eczeemBij sneeuw in de winter kunnen we veel beter de kleur van urine bij de wandeling beoordelen. In die periode worden daarom eerder honden aange­boden bij de dierenarts met rode urine. In bijna alle gevallen gaat het om bloed in de urine (hematurie). Een enkele keer is het een kleurstof die de urine rood kleurt. Door een witte tissue in de urine te deppen is de kleur goed te be­oordelen. Soms is het bloed alleen mi­croscopisch te zien. Bij twijfel is het daarom aan te raden urine bij de dierenarts langs te brengen voor onder­zoek. De hoeveelheid bloed in de uri­ne zegt niets over de ernst van het probleem en ook niet waar het van­daan komt. Hiervoor zal de dierenarts de hond willen zien en verder onder­zoek moeten doen.

hond-met-blaas-en-urethra-stenen

Welke onderzoeken zijn noodzakelijk?

Door urineonderzoek kan de dieren­arts problemen op het spoor komen. In de urine kunnen bloed en ontste­kingscellen aanwezig zijn maar dat wil niet zeggen dat er per definitie een infectie met bacteriën is. Blaasstenen irriteren en veroorzaken vaak ook bloed en ontstekingscellen in de uri­ne. Door deze irritatie is het risico op infectie wel groter maar het primaire probleem zijn de stenen. Voor 100 procent zekerheid over infectie kan urine steriel worden afgenomen en op kweek worden gezet. Dit onderzoek laat zien om welke bacterie het gaat en voor welk antibioticum deze gevoelig is. Daarmee is het dus niet al­tijd klaar. Zeker bij terugkerende klachten is het zaak te achterhalen wat daar de oorzaak van is. Op een röntgenfoto zijn de meeste blaasste­nen goed te zien. Met behulp van echografie kunnen naast stenen ook poliepen in de blaas, tumoren en bij­voorbeeld prostaatproblemen in beeld worden gebracht.
Het begint dus allemaal bij een goede observatie door de eigenaar. De die­renarts kan vervolgens in samen­spraak met jou verder onderzoek doen in de vorm van urineonderzoek, bloedonderzoek en beeldvorming (röntgenonderzoek of echografie). In een aantal gevallen zal je dierenarts je willen verwijzen voor meer specialis­tisch onderzoek en/of behandeling. Zo kunnen we bijvoorbeeld door mid­del van een scopie (kijken met een kleine camera via de plasbuis naar de blaas) kleine afwijkingen in beeld krijgen.

Marjanne Zaal, Specialist Chirurgie voor Gezelschapsdieren