Patella luxatie bij hond en kat

Mijn dier hinkelt af en toe, is dit normaal?

Elke hond loopt wel eens kreupel, door bijvoorbeeld het verrekken van een spier of een scherp voorwerp in het zoolkussentje. Als een kreupelheid langer aanhoudt of een dier er echt last van heeft is het aan te raden om naar de dierenarts te gaan voor verder onderzoek. Één van de oorzaken voor kreupel lopen is dat de knieschijf van de hond uit de kom schiet, dit noemen we ‘patella luxatie’. Wat er dan gezien kan worden is dat de hond soms even huppelt, als de knieschijf weer goed schiet kan dit soms pijnlijk zijn.

De knie bestaat uit meerdere onderdelen, een onderdeel hiervan is de knieschijf wat het grootste sesambeentje is in het lichaam van mens en dier. De knieschijf zit in de pees van de quadriceps femoris spier, de spier die verantwoordelijk is voor het strekken van het been. Aan de onderzijde van de knieschijf hecht deze spier via een pees (het patella ligament) vast aan het onderbeen (op de tibia ter hoogte van de crista tibia). Tijdens het lopen beweegt de knieschijf heen en weer in een groeve (geul) die op het bovenbeen zit, zodat het been gemakkelijk kan buigen en strekken. Bij patella luxatie gaat de knieschijf uit de kom, hij luxeert. Het betekent dat de knieschijf dus eigenlijk ‘te los’ zit. Oorzaken van patella luxatie zijn aangeboren (vaak erfelijk) of door een ongeluk.

Aangeboren patella luxatie bij de hond

Afhankelijk van het ras en de grootte van de hond zien we vaker luxatie naar de binnenzijde (mediaal) of buitenzijde (lateraal) van de groeve.

Er zijn vier graderingen van de ernst van patella luxatie:

  • Graad 1: de patella kan geluxeerd worden wanneer de knie volledig is gestrekt. Dit kan worden opgemerkt tijdens het onderzoek bij de dierenarts, vaak zie je als eigenaar geen verschijnselen.
  • Graad 2: de patella luxeert spontaan. Er wordt een huppel gezien tijdens het lopen, welke niet pijnlijk is. Deze gradering kan in de loop van de tijd verergeren en een graad 3 worden.
  • Graad 3: de patella is permanent geluxeerd, maar kan met de hand teruggebracht worden in de groeve. Klinisch wordt een abnormale gang gezien met gebogen knie. Vaak komt deze aandoening beiderzijds voor.
  • Graad 4: permanente luxatie van de patella, welke niet gereduceerd kan worden. Hoe langer er wordt gewacht met chirurgisch ingrijpen, hoe moeilijker het wordt. De knie is continue gebogen.

 

Bij patella luxatie gaat de knieschijf uit de kom, hij luxeert. Het betekent dat de knieschijf dus eigenlijk ‘te los’ zit’

 

Bij graad 1 en 2 hoeft er niet chirurgisch te worden ingegrepen, tenzij het dier er klinisch veel last van heeft. Bij graad 3 en 4 patella luxatie is een operatie aan te raden.

mediale-patella-luxatie-knie

Linkerzijde een normale knie, rechterzijde een knie met mediale patella luxatie.

laterale-patella-luxatie-hond

laterale patella luxatie (bij de oranje pijl) bij een hond, van de rechter knie met kromming van de femur (bovenbeen).

Afhankelijk van de afwijkingen (tijdens het consult en op röntgenopnamen) zal er voor elk dier een chirurgisch plan gemaakt worden.

Afwijkingen die onder andere voorkomen bij mediale patella luxatie zijn:

  • Ondiepe groeve: hoe ondieper de groeve, hoe gemakkelijker de patella luxeert. Kromming van bovenste deel van het scheenbeen naar binnen waar de patella pees op is aangehecht, daardoor wordt de patella naar binnen getrokken. Ook kan er een endorotatie (naar binnen draaien) van het scheenbeen optreden wat hetzelfde effect heeft.
  • Coxa vara: afwijkende stand in het heupgewricht, waarbij het heupgewricht een kromming maakt naar buiten en de quadricepsspier meer naar binnen wordt getrokken (samen met de patella).
  • Genu varum: O-benen door een kromming van het onderste deel van het dijbeen.
  • Exorotatie: het naar buiten draaien van het dijbeen, waardoor de quadricepsspier meer naar binnen komt te liggen.

Afwijkingen die onder andere voorkomen bij laterale patella luxatie zijn:

  • Ondiepe groeve: Kromming van het bovenste deel van het scheenbeen naar buiten of een exorotatie van het scheenbeen.
  • Coxa valga: afwijkende stand van het heupgewricht, waarbij het heupgewricht een kromming maakt naar binnen.
  • Genu valgum: X-benen.
  • Endorotatie: het naar binnen draaien van het dijbeen, waardoor de quadricepsspier aan de buitenzijde van het dijbeen komt te liggen.

Wat kan een orthopedisch chirurg doen om de patella luxatie te behandelen?

Voorbeelden van operaties die uitgevoerd kunnen worden: de groeve uitdiepen, de aanhechting van het patella ligament op het onderbeen verplaatsen, het gewrichtskapsel strakker vast zetten tegenovergesteld aan de luxatie zijde en losmaken aan de kant waar deze op luxeert.

In heel jonge dieren zullen nog geen reconstructie-technieken van het bot gebruikt worden, aangezien deze dieren nog moeten groeien. Het kan dan dus voorkomen dat het dier meerdere malen geopereerd moet worden in zijn leven.

patella-luxatie-kat

Aangeboren patella luxatie bij de kat

Vaak denken we bij patella luxatie direct aan honden, maar ook bij katten komt het redelijk vaak voor. Wel zijn de verschijnselen die gezien worden soms anders dan bij de hond.

Bij de kat zie je bijvoorbeeld dat hij minder springt en/of minder actief is. Soms loopt hij met de achterhand heel laag (hij sluipt) of loopt wisselend mank of hinkelend.

Rassen waarbij patella luxatie gezien wordt zijn onder andere Devon Rex, Maine Coon, Abbesijn en Chartreux.

Net als bij honden is de behandeling afhankelijk van de bevindingen tijdens het onderzoek en op röntgenfoto’s, voor elk dier wordt een eigen behandelplan gemaakt afhankelijk van de afwijkingen die gevonden worden waardoor de patella luxatie ontstaat.

Na trauma kan patella luxatie voorkomen, vaak zijn er dan meerdere banden en ligamenten afgescheurd. Het is zaak dat het dier zo snel mogelijk onderzocht wordt en de juiste behandeling wordt ingesteld, zodat het kniegewricht zo min mogelijk schade ondervindt en minder artrose vormt.

Erfelijkheid

Aangezien bij veel rassen (honden en katten) gezien is dat patella luxatie erfelijk bepaald is, worden jonge dieren nadat zij 12 maanden oud zijn aangeboden voor controle. Dit is belangrijk aangezien dieren met patella luxatie uitgesloten moeten worden van de fok, zodat de ziekte minder vaak zal voorkomen in de toekomst.

Bij een aantal rassen wordt vanuit de rasvereniging het onderzoek zelfs verplicht gesteld voordat er met een dier gefokt mag worden. Helaas komt het soms toch voor, zelfs als beide ouderdieren geen patella luxatie hebben. De informatie over alle honden met een stamboek wordt bijgehouden bij de Raad van beheer (www.houdenvanhonden.nl).

Bij katten werkt dit via de rasvereniging en moet de eigenaar/fokker zelf het ingevulde formulier van de dierenarts opsturen samen met de benodigde informatie.

Dierenarts-specialist-Tjarda-Reints-Bok

Drs. Tjarda Reints Bok, Dierenarts specialist Chirurgie, Orthopedie en Neurochirurgie